Jura Botanica
prehistorische bomen en planten
Cunninghamia lanceolata

 

   

 

Cunninghamia lanceolata

De Cunninghamia lanceolata (Chinese dolkspar) is een bij ons een weinig bekend en zeer oud geslacht die stamt uit China. In zijn thuisland is het hout van deze boom het hoogst gewaardeerd van alle houtsoorten. Dit komt doordat het gemakkelijk te bewerken is, een aparte geur heeft en bovendien niet rot. Het wordt veel gebruikt om doodskisten van te maken, maar ook voor scheepsmasten en in de huizenbouw. Tussen 1701 en 1703 heeft de Engelse arts en botanicus James Cunningham, in dienst van de East India Company, de (naar hem vernoemde)  soort naar Europa gebracht.  De tweede naam “lanceolata” komt van Sir Lancelot , de beroemde Ridder van de Ronde tafel, en rechterhand van de legendarische Koning Arthur. Tijdens afwezigheid van laatstgenoemde werd Lancelot verliefd op de vrouw van de koning, de mooie Guinevere. Dit verraad wordt nog altijd gezien als een  “dolksteek” in de rug van de koning. De naalden van de Cunninghamia lanceolata hebben de vorm van de dolk.

 

 

Verzorging

De boom  kan  12 tot 15 graden vorst verdragen  (klimaatzone 7), hoewel de winterhardheid sterk afhankelijk is van vocht/ zon/wind.  Bij koude winterse omstandigheden verdient het altijd aanbeveling de boom te beschermen  (omwikkelen met vliesdoek, noppenfolie of ander materiaal). Indien de plant in pot gehouden wordt dient hij ten allen tijde binnen te overwinteren. Hij gedijt goed op een beschut plekje in de halfschaduw of in de zon. In zijn natuurlijke omgeving kan de boom een hoogte bereiken van 28 meter, in Europa wordt hij maximaal 12 meter.


 

Beschrijving

De Chinese dolkspar is vrij slank, kegelvormig, kan meerstammig zijn en heeft een exotische uitstraling. De boom is éénhuizig, hij draagt zowel mannelijke als vrouwelijke kegels. De mannelijke kegels zitten in clusters van meestal  drie of meer bij elkaar. De vrij ronde vrouwelijke kegels hebben een diameter van ongeveer 4cm. De naalden zijn donker blauwgroen, 50 bij 4mm, leerachtig en scherp gepunt  (dolkvormig). De oudere naalden en takken kunnen geel tot oranje worden, voordat zij van de boom vallen. Dit is geen teken dat de bomen niet gezond zijn, het is het beeld van normale groeiwijze waarbij naalden/takken na 4 á 5 jaar worden afgeworpen. Ook bij verwante geslachten Cryptomeria, Sequoia en Sequoiadendron gebeurt dit en verder elke herfst bij de niet wintergroene familieleden Metasequoia en Taxodium. De eerste indruk van de boom is een fijn uitgevoerde Araucaria araucana, maar daaraan is de plant niet verwant.